ECLI:NL:RVS:2024:3195
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunningen
Op 7 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door de minister van Asiel en Migratie in het kader van hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 9 juli 2024. In deze eerdere uitspraak werden de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die aanvragen van vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling had genomen, vernietigd. De rechtbank had bepaald dat de staatssecretaris nieuwe besluiten moest nemen met inachtneming van haar uitspraak.
De minister verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoefde uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter overwoog dat het hoger beroep nader onderzoek vereiste, en dat de procedure zich daar niet goed voor leende. Daarom werd de voorlopige voorziening getroffen, wat betekende dat de uitvoering van de uitspraak van de rechtbank werd opgeschort. De voorzieningenrechter oordeelde dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden.
Deze uitspraak is van belang voor de betrokken vreemdelingen, die in afwachting zijn van de beslissing in het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft hiermee de rechtsbescherming van de vreemdelingen gewaarborgd, terwijl tegelijkertijd de minister de gelegenheid krijgt om zijn hoger beroep te onderbouwen.