ECLI:NL:RVS:2024:3341
Raad van State
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 7 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 21 november 2023 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
In het hoger beroep heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat de eerste grief van de staatssecretaris niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling oordeelde dat de rechtsvraag die in de eerste grief aan de orde is, eerder door de Afdeling is beantwoord en dat het hoger beroep geen aanleiding geeft om hier anders over te oordelen. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de staatssecretaris een nieuw besluit moet nemen op de asielaanvraag, waarbij hij moet onderzoeken of de aanvraag buiten behandeling kan worden gesteld of inhoudelijk moet worden behandeld.
Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in verband met de behandeling van het hoger beroep zijn gemaakt. De uitspraak is gedaan door mr. J.Th. Drop, lid van de enkelvoudige kamer, en is openbaar uitgesproken op 21 augustus 2024.