ECLI:NL:RVS:2024:4523
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling inzake verblijfsvergunning asiel
Op 7 november 2024 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had op 8 juli 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De rechtbank had op 19 augustus 2024 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R. Deniz, hoger beroep ingesteld.
Na het indienen van het hoger beroep heeft de minister van Asiel en Migratie de asielaanvraag van de vreemdeling alsnog in behandeling genomen. De Raad van State oordeelde dat de vreemdeling onvoldoende belang had bij een inhoudelijke beoordeling van zijn hoger beroep, aangezien hij zijn doel had bereikt door de behandeling van zijn asielaanvraag. Hierdoor werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De Raad van State, vertegenwoordigd door mr. H.G. Sevenster, heeft in deze zaak beslist dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden, omdat de asielaanvraag door tijdsverloop alsnog in behandeling is genomen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 7 november 2024.