ECLI:NL:RVS:2024:4638
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen niet in behandeling nemen asielaanvraag
Op 14 november 2024 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 15 juli 2024 de aanvraag van de vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag had op 28 augustus 2024 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. L.J. Blijdorp, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Na het indienen van het hoger beroep heeft de minister de asielaanvraag van de vreemdeling alsnog in behandeling genomen. De Raad van State overwoog dat de vreemdeling hierdoor onvoldoende belang had bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij zijn doel had bereikt. De Raad van State verklaarde het hoger beroep daarom niet-ontvankelijk. De minister was niet verplicht om proceskosten te vergoeden, omdat hij de asielaanvraag pas na tijdsverloop in behandeling had genomen en niet tegemoet was gekomen aan de vreemdeling.
De uitspraak benadrukt het belang van de ontvankelijkheid van hoger beroep in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van het handelen van de minister in asielzaken. De beslissing werd genomen door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.