ECLI:NL:RVS:2024:4830
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling inzake verblijfsvergunning asiel na niet in behandeling nemen aanvraag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 18 april 2024 zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling heeft genomen. De rechtbank heeft op 25 juli 2024 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.C.W. van der Zanden, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Na het indienen van het hoger beroep heeft de minister van Asiel en Migratie de asielaanvraag van de vreemdeling alsnog in behandeling genomen. De Raad van State overweegt dat de vreemdeling hierdoor onvoldoende belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij zijn doel heeft bereikt.
De Raad van State verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk en oordeelt dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden, omdat hij de asielaanvraag alsnog in behandeling heeft genomen als gevolg van tijdsverloop. De uitspraak is gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 26 november 2024.