ECLI:NL:RVS:2024:4939
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 2 december 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de staatssecretaris op 26 april 2024 niet in behandeling is genomen. De rechtbank Den Haag had op 4 juli 2024 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd. Hierop heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
De voorzieningenrechter heeft besloten om de voorlopige voorziening te treffen, waardoor de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. De zitting voor het hoger beroep is gepland op 10 december 2024, en de overdrachtstermijn verstrijkt op 4 januari 2025. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. Deze uitspraak is gedaan in het openbaar en is vastgesteld door mr. N. Verheij, de voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, de griffier.