ECLI:NL:RVS:2024:5060
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen niet in behandeling nemen verblijfsvergunning asiel
Op 9 december 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 14 juni 2024 de aanvraag van de vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.W.J.L. Loonen, had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, die op 27 september 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Na het indienen van het hoger beroep heeft de minister zijn asielaanvraag alsnog in behandeling genomen. De Raad van State overwoog dat de vreemdeling hierdoor onvoldoende belang had bij een inhoudelijke beoordeling van zijn hoger beroep, aangezien hij zijn doel had bereikt. De Raad van State verklaarde het hoger beroep daarom niet-ontvankelijk. De minister was niet verplicht om proceskosten te vergoeden, omdat hij de asielaanvraag als gevolg van tijdsverloop alsnog in behandeling had genomen, zonder dat hij de vreemdeling tegemoetkwam.
De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.A. Snijders, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 9 december 2024.