ECLI:NL:RVS:2024:5162
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel
Op 13 december 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag was op 23 mei 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De vreemdeling had hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, die op 28 augustus 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F. Jansen, advocaat in Utrecht, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld.
Tijdens de procedure heeft de minister van Asiel en Migratie laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat de gemachtigde van de vreemdeling geen contact meer met hem heeft. Dit leidde de Afdeling tot de conclusie dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij niet langer bescherming in Nederland zoekt. Hierdoor werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De Raad van State heeft in zijn beslissing bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.L. Iedema, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 december 2024.