ECLI:NL:RVS:2024:672
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake asielaanvraag na in behandeling name door staatssecretaris
Op 2 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 11 september 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Habib-Portier, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris, op verzoek van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, nadere schriftelijke inlichtingen verstrekt. De vreemdeling heeft hierop gereageerd. Na het indienen van het hoger beroep heeft de staatssecretaris echter besloten om de asielaanvraag van de vreemdeling alsnog in behandeling te nemen. Hierdoor heeft de vreemdeling zijn doel bereikt, wat betekent dat hij onvoldoende belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de vreemdeling zijn beoogde resultaat heeft bereikt. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Buntjer, griffier, en is openbaar uitgesproken op 19 februari 2024.