ECLI:NL:RVS:2024:672

Raad van State

Datum uitspraak
19 februari 2024
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
202305951/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake asielaanvraag na in behandeling name door staatssecretaris

Op 2 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 11 september 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Habib-Portier, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris, op verzoek van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, nadere schriftelijke inlichtingen verstrekt. De vreemdeling heeft hierop gereageerd. Na het indienen van het hoger beroep heeft de staatssecretaris echter besloten om de asielaanvraag van de vreemdeling alsnog in behandeling te nemen. Hierdoor heeft de vreemdeling zijn doel bereikt, wat betekent dat hij onvoldoende belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de vreemdeling zijn beoogde resultaat heeft bereikt. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Buntjer, griffier, en is openbaar uitgesproken op 19 februari 2024.

Uitspraak

202305951/1/V3.
Datum uitspraak: 19 februari 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 11 september 2023 in zaak nr. NL23.16412 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 2 juni 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 11 september 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Habib-Portier, advocaat te Oss, hoger beroep ingesteld.
De staatssecretaris heeft op verzoek van de Afdeling nadere schriftelijke inlichtingen gegeven. De vreemdeling heeft daarop gereageerd.
Overwegingen
1.       Nadat de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld in deze zaak, heeft de staatssecretaris zijn asielaanvraag alsnog in behandeling genomen. De vreemdeling heeft onvoldoende belang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn hoger beroep, omdat hij heeft bereikt wat hij met zijn hoger beroep beoogt doordat de staatssecretaris zijn asielaanvraag alsnog inhoudelijk in behandeling heeft genomen (vergelijk de uitspraak van 7 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1253).
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Buntjer, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Buntjer
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 februari 2024
962