ECLI:NL:RVS:2025:1847

Raad van State

Datum uitspraak
23 april 2025
Publicatiedatum
23 april 2025
Zaaknummer
202205277/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. Schipper-Spanninga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over afwijzing herstelverzoek kadastrale erfgrens door bewaarder kadaster

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die op 22 juli 2022 het beroep van [appellant] ongegrond verklaarde. [appellant] is eigenaar van een perceel en heeft een geschil met zijn buren over de kadastrale erfgrens. De gemeente Westerkwartier heeft het kadaster verzocht om een grensreconstructie, die op 10 augustus 2020 heeft plaatsgevonden. Na een klacht van [appellant] is op 8 januari 2021 een nieuwe grensreconstructie uitgevoerd, waaruit bleek dat de eerdere reconstructie niet correct was. [appellant] heeft een verzoek tot herstel van een misslag in de basisregistratie kadaster ingediend, omdat hij meent dat de laatste reconstructie niet klopt. De bewaarder van het kadaster heeft het verzoek afgewezen, en ook het bezwaar van [appellant] werd ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een kennelijke misslag, omdat de basisregistratie kadaster niet was aangepast na de reconstructie. In hoger beroep betoogt [appellant] dat het relaas van bevindingen van de grensreconstructie als brondocument moet worden aangemerkt, maar de Afdeling bevestigt de eerdere uitspraak. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de grenzen in de basisregistratie overeenkomen met die in het minuutplan, en dat er geen kennelijke misslag is. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard.

Uitspraak

202205277/1/A3.
Datum uitspraak: 23 april 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant]en anderen (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]), wonend in [woonplaats],
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-­Nederland van 22 juli 2022 in zaak nr. 21/3076 in het geding tussen:
[appellant]
en
de bewaarder van het kadaster en de openbare registers.
Procesverloop
Bij besluit van 25 mei 2021 heeft de bewaarder het herstelverzoek van [appellant] afgewezen.
Bij besluit van 2 augustus 2021 heeft de bewaarder het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 22 juli 2022 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
De bewaarder heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
[appellant] heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak op zitting behandeld op 27 november 2024, waar [appellant], bijgestaan door mr. A.J. Welvering, advocaat te Leek, en de bewaarder, vertegenwoordigd door mr. P.A.M. Schamp en [gemachtigde], zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1.       [appellant] is eigenaar van een perceel aan de [locatie] en heeft met de buren een geschil over de (kadastrale) erfgrens. De gemeente Westerkwartier heeft daarom het kadaster verzocht om een grensreconstructie. Deze grensreconstructie heeft op 10 augustus 2020 plaatsgevonden. [appellant] heeft hierover een klacht ingediend, op grond waarvan op 8 januari 2021 een andere landmeetkundig specialist opnieuw de grens heeft uitgezet in het terrein. Uit deze grensreconstructie bleek dat de grensreconstructie van 10 augustus 2020 niet correct is uitgevoerd. Van de reconstructie van 8 januari 2021 is een relaas van bevindingen opgemaakt.
2.       [appellant] heeft een verzoek tot herstel van een misslag in de basisregistratie kadaster ingediend omdat volgens hem kort gezegd de laatste grensreconstructie niet klopt. De bewaarder heeft zich op het standpunt gesteld dat er alleen sprake van een kennelijke misslag kan zijn wanneer er een discrepantie is tussen het brondocument en de basisregistratie kadaster. Dit is volgens hem niet het geval.
Juridisch kader
3.       Artikel 1, eerste lid, van de Kadasterwet luidt:
"In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
[…]
brondocument:
1°. in de openbare registers ingeschreven of anderszins door de Dienst gehouden document, of
2°. besluit of gewaarmerkt afschrift daarvan;
[…]."
Artikel 7t luidt:
"1. Indien een belanghebbende gerede twijfel heeft omtrent de juistheid van een in de basisregistratie kadaster opgenomen gegeven dat krachtens deze wet als authentiek is aangemerkt, dan wel omtrent de juistheid van een uit een andere basisregistratie dan genoemd in artikel 1a in de basisregistratie kadaster of de registratie voor schepen of luchtvaartuigen overgenomen authentiek gegeven, kan die belanghebbende onder opgaaf van redenen aan de Dienst een verzoek tot herstel van dat gegeven in de basisregistratie kadaster doen. […]."
Uitspraak van de rechtbank
4.       De rechtbank heeft overwogen dat artikel 7t van de Kadasterwet ziet op het herstellen van misslagen in de basisregistratie kadaster. Dit volgt uit vaste rechtspraak van de Afdeling en de wetsgeschiedenis. Een verzoek is volgens de rechtbank alleen mogelijk indien er sprake is van een kennelijke missslag. Hiervan is sprake als het in de basisregistratie kadaster opgenomen gegeven verschilt van het gegeven in het brondocument. Dit betekent dat de in de basisregistratie aangegeven grens kan worden aangepast, wanneer deze niet overeenkomt met de grens zoals aangegeven in het brondocument.
Verder heeft de rechtbank overwogen dat de grensreconstructie heeft plaatsgevonden op basis van de minuutgrenzen, die zijn neergelegd in een minuutplan. De minuutgrenzen zijn de grenzen die in de negentiende eeuw zijn vastgelegd als de bestaande kadastrale grenzen. Deze kadastrale grenzen zijn opgenomen in de basisregistratie kadaster.
Volgens de rechtbank is na de grensreconstructie de basisregistratie kadaster niet aangepast. De grensreconstructie en het daarbij behorende relaas van bevindingen hebben namelijk niet geleid tot een wijziging van de kadastrale grens. De grensreconstructie betrof alleen het in het land zichtbaar maken van de kadastrale grenzen op basis van het minuutplan. Het enkele feit dat het relaas van bevindingen van de reconstructie, met daarin coördinaten, wel kan worden betrokken bij een volgende grensreconstructie maakt het voorgaande niet anders. De coördinaten vloeien namelijk voort uit het minuutplan. Het minuutplan blijft daarmee de authentieke bron waarop een eventuele volgende reconstructie zal worden gebaseerd. De rechtbank is tot het oordeel gekomen dat van een kennelijke misslag geen sprake is.
Hoger beroep
5.       [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het relaas van bevindingen van de grensreconstructie van 8 januari 2021 niet kan worden aangemerkt als brondocument.
Hiertoe voert [appellant] aan dat het weliswaar in beginsel zo is dat een grensreconstructie moet worden aangemerkt als het verstrekken van inlichtingen door het kadaster, maar dat dit anders is bij een "oorspronkelijke aanwijs" waarbij de kadastrale grens voor het eerst in het land wordt uitgemeten. Dat laatste is hier het geval en daarom geldt het relaas van bevindingen van de grensreconstructie als brondocument, aldus [appellant].
Het gevolg hiervan is dat er volgens [appellant] sprake is van een kennelijke misslag, die leidt tot een onjuiste bijwerking van de basisregistratie kadaster. [appellant] vreest dat het relaas van bevindingen in de toekomst door het kadaster als bron wordt gebruikt en daarmee ook de coördinaten van de reconstructie, terwijl juist van het minuutplan moet worden uitgegaan.
Beoordeling van het hoger beroep
6.       In dit hoger beroep staat kort gezegd de vraag centraal of het relaas van bevindingen van de grensreconstructie van 8 januari 2021, zoals [appellant] betoogt, kan worden gezien als brondocument. Volgens hem is sprake van een misslag die leidt of kan leiden tot een onjuiste bijwerking van de basisregistratie kadaster.
7.       De Afdeling stelt voorop dat het in dit hoger beroep gaat om een bestuursrechtelijk geschil. Het gaat hier om kadastrale erfgrenzen en niet om gebruiks- of eigendomsgrenzen. Dit geschil gaat dus over een ander onderwerp dan het geschil tussen [appellant]en de buren over de civielrechtelijke erfgrens. Over dit laatste gaat het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 juni 2024 (ECLI:NL:GHARL:2024:4222). Zoals het gerechtshof onder 3.12 heeft overwogen ziet het arrest niet op de beoordeling waar de kadastrale erfgrens tussen de percelen loopt. Het geschil over de grensreconstructie van 8 januari 2021 is ook volgens het gerechtshof aan de Afdeling en dit heeft het gerechtshof dan ook buiten beschouwing gelaten.
8.       Voor een goed begrip van de beoordeling van dit hoger beroep, zal de Afdeling hieronder eerst duidelijk maken welke uitgangspunten hierbij van belang zijn en wat deze precies inhouden.
9.       Kadastrale grenzen worden weergegeven op een kadastrale kaart. Aan deze gegevens kunnen geen maten worden ontleend. Dit laatste staat ook op het uittreksel van de kadastrale kaart vermeld. De kadastrale kaart heeft als doel de ligging van de percelen ten opzichte van elkaar weer te geven in hun onderlinge verhouding en grootte en is daarmee volgens de bewaarder niet meer dan een gevisualiseerde weergave.
In dit geval is de kadastrale grens in de negentiende eeuw vastgelegd in een minuutplan. Dit plan bevat de eerste kadastrale kaart en grenzen. De minuutgrenzen zijn indertijd ingemeten en kunnen als het ontstaansveldwerk (of in de woorden van [appellant] als de oorspronkelijke aanwijs) worden gezien. Het minuutplan is het brondocument voor de basisregistratie kadaster.
10.     Het gaat hier om een reconstructie van een bestaande kadastrale grens. Dit houdt volgens de bewaarder in dat een landmeter aan de hand van het ontstaansveldwerk de kadastrale grens reconstrueert en deze in het terrein zichtbaar maakt. De kadastrale grens is immers niet zichtbaar in het terrein. Bij de reconstructie wordt gebruik gemaakt van de meetgegevens van het ontstaansveldwerk, in dit geval dus de minuutgrens. Door de reconstructie wordt het ontstaansveldwerk niet vervangen. Het ontstaansveldwerk blijft de bron voor de kadastrale grens. Van elke reconstructie wordt door de landmeter een relaas van bevindingen opgemaakt.
11.     De reconstructie ziet dus op het verstrekken van inlichtingen. Hierbij wordt geen nieuwe kadastrale grens gevormd. Het gaat dus niet om een besluit dat is gericht op rechtsgevolg. Tegen de reconstructie zelf kan daarom niet in rechte worden opgekomen (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 9 april 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1396).
12.     [appellant]  heeft een verzoek tot herstel ingediend omdat volgens hem sprake is van een misslag. Zoals de Afdeling eerder heeft geoordeeld (uitspraak van 1 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:827) is op grond van artikel 7t, eerste lid, van de Kadasterwet de bewaarder bevoegd om op verzoek van een belanghebbende een in de basisregistratie kadaster genoemd gegeven te herstellen. Dat doet de bewaarder op basis van brondocumenten. Zoals volgt uit de uitspraak van de Afdeling van
7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3610, kan uit de wetsgeschiedenis van artikel 7t van de Kadasterwet (Kamerstukken II 2005/06, 30 544, nr. 3, blz. 18 en 20) worden afgeleid dat met deze bepaling is beoogd een regeling te bieden voor het op verzoek herstellen van misslagen in de basisregistratie kadaster. Een verzoek tot herstel kan gericht zijn tegen het feit dat de bijwerking zelf onjuist of onvolledig is gebeurd omdat de bijwerking niet heeft plaatsgevonden overeenkomstig het resultaat, zoals vermeld in de kennisgeving. Het verzoek kan niet gericht zijn tegen het resultaat van de bijwerking, dat aan de belanghebbende is meegedeeld.
12.1.  Omdat het hier gaat om een grensreconstructie zoals hiervoor is toegelicht, is geen sprake van bijwerking van gegevens in de basisregistratie kadaster. Het gaat evenmin om een door [appellant] zo genoemde oorspronkelijke aanwijs, omdat het ontstaansveldwerk al in het minuutplan is neergelegd. De rechtbank heeft daarom in haar toets van het verzoek tot herstel terecht geoordeeld dat het relaas van bevindingen van de grensreconstructie van 8 januari 2021 niet kan worden aangemerkt als brondocument als hiervoor bedoeld. Dit betekent dat de rechtbank terecht en op goede gronden tot het oordeel is gekomen dat van een kennelijke misslag geen sprake is. Immers de grenzen in het brondocument, het minuutplan, komen overeen met de grenzen in de basisregistratie kadaster.
Het betoog slaagt niet.
13.     Dit betekent dat de basisregistratie kadaster niet aan de hand van het relaas van bevindingen van de grensreconstructie is of zal worden bijgewerkt. De vrees van [appellant] hiervoor is dan ook niet terecht. Het minuutplan is nog steeds het brondocument en dat is neergelegd in de basisregistratie kadaster. Mocht de basisregistratie in de toekomst wel worden aangepast dan staat er tegen die wijziging voor [appellant] een rechtsgang open. Belanghebbenden worden naar aanleiding van het bijwerken van de kadastrale registratie door middel van een kennisgeving hiervan op de hoogte gesteld. Die bijwerking is een besluit dat op rechtsgevolg is gericht. Daartegen kunnen belanghebbenden bezwaar maken (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 16 april 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1668).
Slotsom
14.     Het hoger beroep is ongegrond. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
15.     De bewaarder hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. J. Schipper-Spanninga, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.F.J. Bindels, griffier.
w.g. Schipper-Spanninga
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Bindels
Griffier
Uitgesproken in het openbaar op 23 april 2025
85-1121