ECLI:NL:RVS:2025:2687
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake ondergrondse afvalcontainers in Rotterdam
Op 18 juni 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, dat op 25 november 2024 locaties heeft aangewezen voor het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers. De locaties zijn Sint-Jobskade ter hoogte van huisnummer 50, Müllerkade ter hoogte van huisnummer 183, Sint-Jobskade ter hoogte van huisnummer 800 en Sint-Jobskade ter hoogte van huisnummer 500. Tegen dit besluit hebben twee groepen verzoekers, [verzoeker A] en anderen en [verzoeker B] en anderen, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 15 mei 2025 ter zitting behandeld. Tijdens deze zitting waren de verzoekers vertegenwoordigd door hun gemachtigde en advocaat, terwijl het college werd vertegenwoordigd door twee raadsheren. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak, waarin al een voorziening was getroffen die het besluit van het college schorste. Gezien deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de verzoekers, die in totaal € 1.831,33 bedragen, en heeft ook bepaald dat het college het betaalde griffierecht moet vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 18 juni 2025.