ECLI:NL:RVS:2025:3796
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 12 augustus 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. Verzoeker had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie op 20 mei 2025 was afgewezen. Dit besluit werd op 22 mei 2025 aangevuld. De rechtbank Den Haag verklaarde op 30 juli 2025 het beroep van verzoeker ongegrond. Hierop heeft verzoeker hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken van verzoeker in overweging genomen. Hij verzocht om te voorkomen dat hij zou worden uitgezet en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft besloten dat verzoeker niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoeker, die in totaal € 907,00 bedragen, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Meijer, in tegenwoordigheid van mr. T. Toonen, griffier, en is openbaar uitgesproken op 12 augustus 2025.