ECLI:NL:RVS:2025:4268
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door minister van Asiel en Migratie
Op 2 juli 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. Appellant heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg. De rechtbank heeft op 2 september 2024 het beroep ongegrond verklaard. Appellant, vertegenwoordigd door mr. S.A.M. Fikken, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de rechtsvraag over het interstatelijk vertrouwensbeginsel voor België behandeld in een eerdere uitspraak op 23 juli 2025. De Afdeling heeft geoordeeld dat de grief van appellant slaagt en het hoger beroep gegrond is. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd en het besluit van de minister van 2 juli 2024 is eveneens vernietigd. De minister is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant, die op € 2.721,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 4 september 2025.