ECLI:NL:CBB:2018:42
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om uitbetaling betalingsrechten en vergroeningsbetaling GLB; beoordeling van kennelijke fout door verweerder
In deze zaak heeft de Maatschap [naam 1] beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit inzake de uitbetaling van betalingsrechten en vergroeningsbetalingen voor het jaar 2015. Het primaire besluit, genomen op 9 juli 2016, wees de aanvraag van appellante voor uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetaling af, waarna het bezwaar van appellante op 27 oktober 2016 ongegrond werd verklaard. De appellante heeft vervolgens beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Tijdens de zitting op 21 november 2017 heeft de gemachtigde van appellante de argumenten toegelicht, waarbij werd gesteld dat er een kennelijke fout was gemaakt bij de aanvraag. Het College heeft vastgesteld dat appellante bij de indiening van de Gecombineerde Opgave op 21 mei 2015 bepaalde percelen niet had opgegeven voor uitbetaling. De vraag was of deze omissie als een kennelijke fout kon worden aangemerkt, wat zou toelaten om de aanvraag te corrigeren. Het College concludeert dat er geen sprake was van een kennelijke fout, omdat de aanvraag niet zodanig afweek van wat appellante had kunnen aanvragen dat dit bij een summier onderzoek opgevallen had moeten zijn. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.