ECLI:NL:CBB:2020:237
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- T. Pavićević
- B. Bastein
- W.C.E. Winfield
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding wegens onrechtmatige besluiten in het kader van betalingsrechten GLB
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 7 april 2020, met zaaknummers 19/369 en 19/520, heeft het College de verzoeken om schadevergoeding van de Maatschap [naam 1] afgewezen. De verzoekster stelde dat zij over de jaren 2015 tot en met 2017 schade had geleden door het niet toekennen en uitbetalen van betalingsrechten, als gevolg van onrechtmatige besluiten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De verzoekster voerde aan dat de minister ten onrechte toepassing had gegeven aan artikel 2.10, tweede lid, onder a, van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB, welke bepaling door het College eerder onverbindend was verklaard in een uitspraak van 11 juli 2017 (ECLI:NL:CBB:2017:212).
Het College heeft vastgesteld dat de verzoeken om schadevergoeding zijn ingediend naar aanleiding van besluiten van de minister van 18 januari 2019 en 7 maart 2019, waarin de verzoeken om herziening van de toekenning en uitbetaling van betalingsrechten voor de jaren 2015, 2016 en 2017 zijn afgewezen. Tijdens de zitting op 30 januari 2020 is het onderzoek in de zaak 19/369 gesloten, terwijl de zaak 19/520 is aangehouden in afwachting van een eerdere uitspraak van het College.
Het College overweegt dat er geen (schadeveroorzakend) onrechtmatig besluit kan worden aangewezen, aangezien de eerdere besluiten van de minister formele rechtskracht hebben en er geen gegrond beroep is ingesteld. De verzoekster heeft niet aangetoond dat de besluiten onrechtmatig zijn, en het College wijst de verzoeken om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 7 april 2020.