In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 25 mei 2021 uitspraak gedaan in het geschil tussen Adverio B.V. en de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. De zaak betreft de intrekking van een subsidieverlening voor het project 'Autonome Cassave Plant' en de terugvordering van voorschotten door de staatssecretaris. De subsidieverlening was eerder verleend op basis van een aanvraag die op 15 september 2015 was ingediend. De staatssecretaris heeft de subsidieverlening ingetrokken omdat de samenwerking tussen de betrokken partijen, waaronder Adverio B.V., nooit van de grond is gekomen. Dit leidde tot de terugvordering van € 73.413,- aan voorschotten die aan Adverio B.V. waren uitgekeerd.
Adverio B.V. heeft tegen deze terugvordering beroep ingesteld, stellende dat zij het teruggevorderde bedrag nooit heeft ontvangen, omdat de penvoerder, Nivoba B.V., failliet was verklaard en het subsidiebedrag niet aan haar was doorbetaald. Het College heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de intrekking van de subsidieverlening heeft gebaseerd op een onjuiste wettelijke grondslag, maar heeft geoordeeld dat dit gebrek niet leidt tot vernietiging van het bestreden besluit. Het College heeft geconcludeerd dat de terugvordering van de voorschotten rechtmatig was, omdat deze onverschuldigd waren betaald. De omstandigheden van de zaak, waaronder het faillissement van de penvoerder, zijn niet voldoende om de terugvordering als onevenredig te beschouwen.
Het College heeft het beroep van Adverio B.V. ongegrond verklaard, maar heeft wel bepaald dat het door appellante betaalde griffierecht moet worden vergoed. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van subsidieontvangers in samenwerkingsverbanden en de gevolgen van faillissementen voor de terugvordering van subsidies.