Bijlage
Artikel 3.3. Werkgebieden
1. Bij ministeriële regeling kunnen met het oog op de doelmatige voorziening in de verwerking van bij die regeling aangewezen dierlijke bijproducten werkgebieden worden vastgesteld waarin een ondernemer met uitsluiting van andere ondernemers deze producten verwerkt of door verbranding verwijdert.
Artikel 3.4. Verplichtingen in werkgebieden
1. In een werkgebied dat ingevolge artikel 3.3, eerste lid, is vastgesteld, geeft de houder van ingevolge artikel 3.3, eerste lid, aangewezen dierlijke bijproducten dit materiaal aan bij, houdt het ter beschikking van, en staat het af aan, de ondernemer binnen wiens werkgebied het materiaal zich bevindt.
2 De ondernemer voor wie een werkgebied is vastgesteld, haalt de bij hem aangegeven dierlijke bijproducten op en verwerkt of verwijdert deze.
3 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de in het eerste en tweede lid gestelde verplichtingen.
Artikel 8.7. Bevoegdheid
Onze Minister kan een overtreder een bestuurlijke boete opleggen.
Regeling dierlijke producten
1. Het werkgebied, bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, van de wet, omvat Nederland.
2 De ondernemer is Rendac Son B.V.
Artikel 3.22. Aangifte- en ophaalplicht
1. De houder van aangewezen dierlijke bijproducten doet zo spoedig mogelijk na het ontstaan daarvan aangifte bij de ondernemer, maar uiterlijk op de eerste werkdag, volgend op de dag waarop die bijproducten zijn ontstaan.
2 De ondernemer haalt de bijproducten, bedoeld in het eerste lid, op uiterlijk op de werkdag die volgt op de dag waarop de aangifte heeft plaatsgevonden.
3 In afwijking van het tweede lid kunnen de ondernemer en de aanbieder van aangewezen dierlijke bijproducten overeenkomen dat kadavers:
a. met een gewicht tot 25 kilo en kadavers van varkens met een gewicht tot 200 kilo ten minste één keer in de twee weken op een vaste werkdag worden opgehaald;
b. van pluimvee ten minste één keer in de vier weken op een vaste werkdag worden opgehaald.
4 De aangifte van dierlijke bijproducten als bedoeld in het derde lid, onderdeel a en b vindt uiterlijk plaats op de laatste werkdag voorafgaand aan de werkdag, bedoeld in die onderdelen.
Artikel 3.23. Bewaarvoorschriften
1. De houder van aangewezen dierlijke bijproducten zorgt ervoor dat die bijproducten tot ze zijn opgehaald:
a. niet vrij toegankelijk zijn voor anderen dan de houder en de ondernemer;
b. niet bereikbaar zijn voor vogels, knaagdieren, honden en katten;
c. door afdekking, die door de ondernemer eenvoudig kan worden verwijderd, niet zichtbaar zijn voor voorbijgangers;
d. van elkaar gescheiden worden gehouden en van ander materiaal te onderscheiden zijn.
Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren
Artikel 2.2. Boetecategorieën
1. De hoogte van de bestuurlijke boete die Onze Minister aan een overtreder voor een overtreding kan opleggen wordt overeenkomstig de volgende boetecategorieën vastgesteld:
e. categorie 5: € 10.000 of, indien dat meer is, 10% van de jaaromzet.
3 Bij ministeriële regeling worden de bepalingen waarvoor in geval van overtreding een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, ingedeeld overeenkomstig de daarbij aangewezen boetecategorie.
Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren
Artikel 1.2. Indeling categorieën bestuurlijke boete
De hoogte van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van het besluit, wordt vastgesteld overeenkomstig de bedragen die horen bij de boetecategorieën die in de bijlage bij deze regeling voor desbetreffende overtredingen zijn vastgelegd.
Bijlage als bedoeld in artikel 1.2 van de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren
Wet dieren Categorie
Artikel 3.4, eerste lid 3
[…]
Regeling dierlijke producten
[…]
Artikel 3.22, eerste, derde en vierde lid 2
[…]
Artikel 3.23 2