Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
[naam 1] , te [woonplaats 1] ( [naam 1] )
[naam 3] B.V. en [naam 2] B.V., beide te [woonplaats 2] ( [naam 3] )
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de accountantskamer
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
9 april 2019 (ECLI:NL:CBB:2019:147), 7 december 2021 (ECLI:NL:CBB:2021:1043) en 12 november 2024 (ECLI:NL:CBB:2024:819)). [naam 3] blijft erbij dat [naam 1] als accountant tekort is geschoten en over de door hem of onder zijn verantwoordelijkheid uitgevoerde werkzaamheden openheid van zaken moet geven. [naam 3] heeft ter zitting van het College verklaard dat zij overweegt een vierde tuchtklacht tegen [naam 1] in te dienen en dat de stelling van [naam 1] dat hij persoonlijk en financieel onder de jarenlange procedures gebukt gaat en graag zou zien dat deze eindigen, haar daarvan, gezien wat hij heeft veroorzaakt, niet zal weerhouden.
Beslissing
mr. H.L. van der Beek, in aanwezigheid van mr. C.G.M. van Ede, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 september 2025.