ECLI:NL:CBB:2025:598
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake tuchtklacht tegen accountant met betrekking tot procesopstelling en misleiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [naam 1] tegen de uitspraak van de accountantskamer van 27 augustus 2024, waarin een tweede tuchtklacht tegen accountant [naam 2] werd behandeld. De klacht betreft de procesopstelling van [naam 2] in de eerste tuchtklachtprocedure, waarbij [naam 1] stelt dat [naam 2] de accountantskamer en het College bewust heeft misleid. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven overweegt dat over gedragingen die al eerder zijn beoordeeld in de eerste tuchtklachtprocedure, geen nieuwe klachten kunnen worden ingediend. Het College concludeert dat de argumenten en bewijsstukken die [naam 1] aanvoert ter onderbouwing van de gestelde misleiding, niet voldoende zijn om het handelen van [naam 2] tuchtrechtelijk verwijtbaar te achten. Het College verklaart het hoger beroep ongegrond, waarmee de eerdere uitspraak van de accountantskamer in stand blijft. De uitspraak is gedaan op 11 november 2025.