ECLI:NL:CRVB:2005:AT4437
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van bijzondere bijstand voor woonkosten op basis van hypothecaire lening aangewend voor schulden
In deze zaak gaat het om de weigering van bijzondere bijstand voor woonkosten door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage. Appellante, die een hypothecaire lening van f 80.000,-- had afgesloten, verzocht om bijzondere bijstand voor woonkosten. De lening was echter volledig aangewend voor het aflossen van belastingschulden en een schuld bij de Informatie Beheer Groep, en niet voor het verkrijgen, behouden of verbeteren van haar woning. Gedaagde heeft de aanvraag afgewezen op basis van deze feiten, en het bezwaar tegen deze afwijzing werd door de rechtbank ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep geoordeeld dat appellante haar hypothecaire lening heeft gebruikt om bestaande schulden om te zetten in een hypotheekschuld. Dit betekent dat haar aanvraag voor bijstand ter betaling van schulden was, en niet voor noodzakelijke woonlasten. De Raad concludeert dat appellante beschikte over voldoende middelen om in haar noodzakelijke kosten van bestaan te voorzien, waardoor de bijstandsverlening op grond van artikel 15, eerste lid, van de Algemene bijstandswet (Abw) niet mogelijk was. Er waren geen zeer dringende redenen die gedaagde de bevoegdheid zouden geven om in afwijking van de wet bijzondere bijstand te verlenen.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 19 april 2005, na behandeling van de zaak op 8 maart 2005, waarbij appellante en haar advocaat aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van gedaagde.