ECLI:NL:CRVB:2013:2488
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet-nakoming van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Arnhem. De appellanten, een echtpaar, ontvingen sinds 1 januari 2009 bijstand naar de norm voor gehuwden. Naar aanleiding van een fraudemelding over kentekens van auto’s die op naam van de appellant stonden, heeft de sociale recherche een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat de appellanten niet aan hun inlichtingenverplichting hadden voldaan, omdat zij niet hadden gemeld dat zij in auto’s handelden. Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft daarop besloten om de bijstand over verschillende maanden in te trekken en de kosten van bijstand terug te vorderen, in totaal € 16.425,51.
De rechtbank heeft het beroep van de appellanten tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep hebben de appellanten betoogd dat het niet nakomen van de inlichtingenverplichting niet tot intrekking van de bijstand zou moeten leiden, omdat de auto’s voornamelijk voor eigen gebruik waren en er geen winst was gemaakt. De Raad heeft echter geoordeeld dat de appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat de auto’s niet als handelsobjecten moeten worden aangemerkt. De Raad heeft vastgesteld dat er in de relevante periode achttien auto’s op naam van de appellant stonden en dat er transacties hebben plaatsgevonden. Aangezien er geen controleerbare gegevens zijn over de inkomsten uit deze transacties, kan het recht op bijstand niet worden vastgesteld. De Raad heeft daarom het hoger beroep verworpen en de eerdere uitspraak bevestigd.
De uitspraak benadrukt het belang van de inlichtingenverplichting voor het vaststellen van het recht op bijstand en de gevolgen van het niet nakomen daarvan. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen.