ECLI:NL:CRVB:2013:2934
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. de Mooij
- W.H. Bel
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van persoonsgebonden budget wegens onvoldoende verantwoording
In deze zaak gaat het om de terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) dat aan appellante was toegekend voor huishoudelijke verzorging. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had het beroep van appellante tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam niet-ontvankelijk verklaard en het beroep tegen een ander besluit ongegrond verklaard. Appellante had in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte de in beroep overgelegde stukken ter verantwoording van de besteding van het pgb niet had meegenomen in haar beoordeling. De Raad oordeelde dat de rechtbank deze stukken ten onrechte buiten beschouwing had gelaten, waardoor de aangevallen uitspraak vernietigd moest worden. De Raad heeft het beroep van appellante echter ongegrond verklaard, omdat zij niet had aangetoond dat het betwiste bedrag van € 2.694,- daadwerkelijk was besteed aan de zorg waarvoor het pgb was verstrekt. Er was geen bewijs van betaling overgelegd en de facturen voldeden niet aan de gestelde eisen. De Raad heeft het college veroordeeld in de proceskosten van appellante en het griffierecht vergoed.