ECLI:NL:CRVB:2014:3094
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid hoger beroep wegens ontbreken procesbelang in re-integratieverplichtingen WWB
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de tussenuitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had hoger beroep ingesteld tegen de oplegging van re-integratieverplichtingen door het college van burgemeester en wethouders van Albrandswaard. De rechtbank had eerder het bezwaar van de appellant tegen de oplegging van deze verplichtingen ongegrond verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat de bijstandverlening aan de appellant per 26 oktober 2011 was beëindigd en dat hij het aangeboden traject niet had gevolgd. Hierdoor ontbrak het procesbelang voor het hoger beroep, aangezien de uitkomst van de procedure geen invloed meer zou hebben op de rechtspositie van de appellant. De Raad heeft ook overwogen dat de appellant geen verzoek om schadevergoeding had ingediend en dat er geen aanwijzingen waren dat hij via andere wegen alsnog schadevergoeding zou aanvragen. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat er geen procesbelang was. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met O.L.H.W.I. Korte als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.