ECLI:NL:CRVB:2014:4030
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering na frauduleuze medische verklaringen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan appellante. De zaak betreft een herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellante, die aanvankelijk met ingang van 11 april 2007 recht had op een WIA-uitkering. Dit recht was gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig onderzoek waarbij de behandelend psychiater betrokken was. Echter, naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek naar deze psychiater, die verdacht werd van fraude door het afgeven van valse medische verklaringen, heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) een heronderzoek uitgevoerd. Dit heronderzoek, uitgevoerd door psychiater P.J.H. Notten, concludeerde dat appellante geen ernstig psychiatrisch toestandsbeeld had en dat haar psychische beperkingen veel minder ernstig waren dan eerder vastgesteld.
Het Uwv heeft vervolgens het eerdere besluit van 5 mei 2008 ingetrokken, omdat appellante onjuiste informatie had verstrekt over haar gezondheidstoestand. De rechtbank Dordrecht had het beroep van appellante ongegrond verklaard, en appellante ging in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, oordelend dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat alle relevante medische informatie was meegewogen. De Raad oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat de conclusies van de verzekeringsarts onjuist waren en dat het Uwv terecht had geconcludeerd dat appellante haar informatieverplichting niet was nagekomen.
De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de bevindingen van de verzekeringsarts en dat het hoger beroep van appellante niet slaagde. De beslissing van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.