ECLI:NL:CRVB:2014:476
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- J.F. Bandringa
- F. Hoogendijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor vergoeding reiskosten in het kader van omgangsregeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door appellante, die een uitkering ontvangt op basis van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong). Appellante had op 9 augustus 2011 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand, specifiek voor de reiskosten die zij maakte in verband met de omgangsregeling met haar minderjarige dochter, die bij haar ex-partner woont. Het dagelijks bestuur van de ISD Noordoost heeft deze aanvraag op 5 oktober 2011 afgewezen, en deze afwijzing werd later in een beslissing op bezwaar op 14 februari 2012 gehandhaafd.
De rechtbank Groningen verklaarde het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond. Appellante ging in hoger beroep en voerde aan dat het dagelijks bestuur onvoldoende rekening had gehouden met de bijzondere omstandigheden van haar situatie, waaronder de financiële situatie van haar ex-partner en de noodzaak van de reiskosten voor de uitvoering van adviezen van de speltherapeut van haar dochter.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de reiskosten die appellante maakte in het kader van de omgangsregeling niet als bijzondere omstandigheden konden worden aangemerkt. De Raad stelde vast dat de kosten voor de omgangsregeling normaal gesproken ten laste komen van de verzorgende ouder, in dit geval de ex-partner van appellante. De Raad concludeerde dat appellante niet kon aantonen dat er sprake was van bijzondere omstandigheden die een afwijking van de bestaande rechtspraak rechtvaardigden. Bovendien kon appellante geen aanspraak maken op bijzondere bijstand op grond van artikel 16 van de WWB, omdat zij niet tot de personenkring behoort die geen recht op bijstand heeft. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van appellante af.