ECLI:NL:CRVB:2015:14
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand en langdurigheidstoeslag wegens niet gemelde bankrekening en tegoeden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellante, die sinds 6 mei 2004 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had een bankrekening die zij niet had gemeld bij het college van burgemeester en wethouders van Beuningen. Naar aanleiding van een signaal van het Inlichtingenbureau heeft het college een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellante te veel bijstand had ontvangen, omdat zij niet had gemeld dat zij over een bankrekening beschikte met daarop tegoeden.
Het college heeft vervolgens besluiten genomen om de bijstand van appellante in te trekken en de kosten van bijstand terug te vorderen. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft de bezwaren ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante betoogd dat zij niet kon beschikken over de tegoeden op de bankrekening, omdat haar ex-partner B over de bankpas beschikte. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet over de bankrekening kon beschikken. De Raad heeft bevestigd dat het college terecht de bijstand heeft ingetrokken en de terugvordering heeft ingesteld, omdat appellante niet had voldaan aan haar meldingsplicht.
De uitspraak van de Raad bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en stelt dat appellante niet heeft aangetoond dat zij niet over de bankrekening kon beschikken. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.