ECLI:NL:CRVB:2015:1987
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland inzake ZW-uitkering en betalingsonmacht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellante had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar Ziektewet (ZW) uitkering met ingang van 31 december 2012 toe te kennen. De rechtbank had de beroepsgronden van appellante verworpen en geoordeeld dat het Uwv terecht 13 november 2012 als ingangsdatum van de betalingsonmacht had aangenomen. Appellante stelde dat de werkgeefster al vóór deze datum in een toestand van blijvende betalingsonmacht verkeerde en dat het Uwv 30 oktober 2012 als moment van intreden van de betalingsonmacht had moeten beschouwen. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat het niet-inroepen van artikel 42 van de Faillissementswet door de curator niet kan worden gezien als bewijs voor een eerdere betalingsonmacht. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.