ECLI:NL:CRVB:2015:2515
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake arbeidsongeschiktheid en procesbelang na herziening door Uwv
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin haar beroep tegen een besluit van het Uwv werd behandeld. Het Uwv had bij besluit van 2 augustus 2011 appellante per 13 januari 2010 doorlopend arbeidsongeschikt geacht, wat leidde tot de heropening van haar Ziektewet-uitkering. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het hoger beroep feitelijk geen betekenis meer heeft, omdat er geen inhoudelijk geschil meer bestaat tussen partijen. De Raad stelt vast dat het Uwv volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard wegens ontbreken van procesbelang. De uitspraak van de rechtbank Limburg is vernietigd en de Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 8 juli 2015.