Uitspraak
OVERWEGINGEN
- Op 16 december 1991 heeft u zich ziek gemeld
- Met de brief van 1 april 1992 delen wij u mee dat u niet arbeidsongeschikt bent
- In april 1992 bent u naar Marokko vertrokken
- Op 17 juli 1992 heeft u zich bij de CNSS gemeld
Centrale Raad van Beroep
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 2 februari 2015, wordt de weigering van een WAO-uitkering aan appellant besproken. Appellant, die zich in 1991 ziek meldde, diende pas ruim twintig jaar later een aanvraag in voor een WAO-uitkering. De Raad oordeelt dat de hersteldverklaring van appellant geen doorslaggevende betekenis heeft en dat het Uwv ten onrechte geen zelfstandige beoordeling heeft gemaakt van de wachttijd. De Raad draagt het Uwv op om het geconstateerde gebrek in het bestreden besluit te herstellen. De uitspraak volgt op een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van appellant ongegrond verklaarde. De Raad concludeert dat zonder een zelfstandige beoordeling van de wachttijd een finale beslechting van het geschil niet mogelijk is. De Raad bevestigt dat appellant niet in aanmerking komt voor een uitkering, omdat hij niet 52 weken onafgebroken arbeidsongeschikt is geweest en dat hij op het moment van zijn melding bij de CNSS niet meer verzekerd was voor de Nederlandse arbeidsongeschiktheidswetten.