ECLI:NL:CRVB:2015:2693
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verantwoording van een persoonsgebonden budget (pgb) door het Zorgkantoor en de gevolgen van het niet indienen van zorgovereenkomsten en nota's
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellante, die een persoonsgebonden budget (pgb) had ontvangen van het Zorgkantoor voor de jaren 2011 en 2012, had niet voldaan aan de verplichtingen om verantwoording af te leggen over de besteding van dit budget. Het Zorgkantoor had herhaaldelijk verzocht om de benodigde documenten, waaronder zorgovereenkomsten en nota's, maar deze waren niet ingediend. Hierdoor heeft het Zorgkantoor het pgb voor 2011 en 2012 ingetrokken en teruggevorderd. De rechtbank had het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat zij de pgb's wel degelijk had verantwoord en dat het Zorgkantoor onvoldoende onderzoek had gedaan naar de verleende zorg. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante niet aan haar verplichtingen had voldaan, aangezien zij geen zorgovereenkomsten en betaalbewijzen had overgelegd. De Raad benadrukte dat de verantwoording van de besteding van het pgb de eigen verantwoordelijkheid van de verzekerde is en dat het Zorgkantoor bevoegd was om het pgb lager vast te stellen en in te trekken. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde.
De uitspraak benadrukt het belang van het indienen van de juiste documentatie bij het Zorgkantoor en de gevolgen van het niet voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Regeling subsidies AWBZ. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.