ECLI:NL:CRVB:2015:2770
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar tegen verzoek om bijzondere bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft een verzoek om bijzondere bijstand in de kosten van griffierecht en de aanschaf van een stofzuiger door appellanten. De appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen de brieven van het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas, waarin hen werd verzocht om aanvullende informatie voor hun aanvraag. Het college heeft deze aanvragen buiten behandeling gelaten en het bezwaar van appellanten niet-ontvankelijk verklaard, omdat de brieven van 9 mei 2012 volgens het college beslissingen zijn ter voorbereiding van een besluit, en derhalve niet vatbaar voor bezwaar en beroep.
De rechtbank heeft het beroep van appellanten tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep hebben appellanten hun gronden tegen deze uitspraak naar voren gebracht. De Raad heeft vastgesteld dat de brieven van 9 mei 2012 inderdaad niet voor bezwaar vatbaar zijn, omdat zij geen directe gevolgen voor de appellanten hebben. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat het hoger beroep geen doel treft. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van de procedurele regels in het bestuursrecht, met name artikel 6:3 van de Algemene wet bestuursrecht, dat bepaalt dat beslissingen ter voorbereiding van een besluit niet vatbaar zijn voor bezwaar of beroep, tenzij deze beslissingen de belanghebbende rechtstreeks in zijn belang treffen. De Raad heeft geconcludeerd dat dit niet het geval is, en heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd.