Uitspraak
14.4443 ZVW
OVERWEGINGEN
AWBZ-deel van de buitenlandbijdrage moet vervallen. Daarbij heeft hij verwezen naar de overweging van de Raad in de uitspraak van 7 september 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BT2302 dat nationale wetgeving op het gebied van de sociale zekerheid met artikel 21 VWEU blijft stroken, mits zij er niet zonder meer toe leidt dat sociale bijdragen worden betaald zonder dat daar een recht op prestaties tegenover staat. Verder heeft hij aangevoerd dat hij vanaf 1 mei 2010 AWBZ-zorg uitsluitend in Nederland zou kunnen krijgen en dus zou moeten remigreren en dat dit in strijd is met het in het EVRM neergelegde recht op eerbiediging van zijn privé, familie- en gezinsleven.
Vo 883/2004 hebben met betrekking tot de in geschil zijnde kwestie dezelfde strekking als de bepalingen van artikel 28 bis en 33 van Vo. 1408/71. Met betrekking tot de beoordeling van de gronden van het hoger beroep geldt dan ook hetzelfde als opgenomen in overweging 4.1 van de uitspraak van de Raad met kenmerk 13/1661 ZVW en 13/1808 ZVW.