ECLI:NL:CRVB:2015:3381

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 september 2015
Publicatiedatum
6 oktober 2015
Zaaknummer
13/191 WWB-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van proceskostenveroordeling in hoger beroep inzake WWB

Op 15 september 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de Wet werk en bijstand (WWB). De zaak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 3 februari 2015, waarin een kennelijke fout was vastgesteld met betrekking tot de proceskostenveroordeling. Het dagelijks bestuur van de Dienst Werk en Inkomen Lekstroom had in de eerdere uitspraak ten onrechte een bedrag van € 980,- aan proceskosten aan appellant opgelegd. De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de voorgestelde rectificatie, maar beide partijen hebben van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. De Raad heeft vervolgens besloten om de eerdere beslissing te herstellen en de proceskostenveroordeling te rectificeren. De gewijzigde beslissing is gepubliceerd op rechtspraak.nl, waarbij het ECLI-nummer van de gerectificeerde uitspraak gelijk is aan dat van de oorspronkelijke uitspraak. De uitspraak tot rectificatie is gedaan door de meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter J.P.M. Zeijen en de leden A.M. Overbeeke en G.M.G. Hink, in aanwezigheid van griffier R.B.E. van Nimwegen. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

13/191 WWB-R, 13/192 WWB-R
Datum uitspraak: 15 september 2015
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 3 februari 2015, 13/191 WWB, 13/192 WWB
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het dagelijks bestuur van de Dienst Werk en Inkomen Lekstroom (dagelijks bestuur)
PROCESVERLOOP
Het dagelijks bestuur heeft er schriftelijk op gewezen dat de uitspraak van de Raad van
3 februari 2015 een kennelijke fout bevat voor zover het de proceskostenveroordeling betreft.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak.
Partijen hebben van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.

OVERWEGINGEN

1. De Raad heeft vastgesteld dat in de beslissing van de uitspraak het dagelijks bestuur ten onrechte is veroordeeld in de proceskosten van appellant in beroep tot een bedrag van € 980,-.
2. De Raad zal de onder 1 vermelde beslissing herstellen door de uitspraak van 3 februari 2015 met het hiervoor vermelde bedrag te rectificeren.
3. Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl en de oorspronkelijke uitspraak zal daaruit worden verwijderd. Het ECLI-nummer van de gerectificeerde uitspraak zal gelijk zijn aan dat van de oorspronkelijke uitspraak.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 3 februari 2015, 13/191 WWB en 13/192 WWB, als volgt:
- pagina 5, overweging 7 wordt gewijzigd in:
“Aanleiding bestaat het dagelijks bestuur te veroordelen in de proceskosten van appellant. Deze kosten worden begroot op € 980,- in hoger beroep voor verleende rechtsbijstand”.
- pagina 6, de proceskostenveroordeling in de beslissing, wordt gewijzigd in:
“- veroordeelt het dagelijks bestuur in de proceskosten van appellant tot een bedrag van
€ 980,-”.
Deze uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen als voorzitter en A.M. Overbeeke en
G.M.G. Hink als leden, in tegenwoordigheid van R.B.E. van Nimwegen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 15 september 2015.
(getekend) J.P.M. Zeijen
(getekend) R.B.E. van Nimwegen

HD