ECLI:NL:CRVB:2015:3468
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling laten aanvraag om bijstandsuitkering toe te kennen wegens ontbrekende gegevens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellante had een aanvraag om bijstandsuitkering ingediend op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven had de aanvraag buiten behandeling gesteld omdat appellante de gevraagde rekeningafschriften van haar creditcard niet had overgelegd. Appellante had verklaard dat zij haar creditcard kwijt was geraakt en had geen bewijsstukken kunnen aanleveren.
De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat het college haar onvoldoende gelegenheid had gegeven om de ontbrekende gegevens aan te vullen en dat het college onvoldoende rekening had gehouden met haar psychische gesteldheid. De Raad overwoog dat het college op basis van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de aanvraag buiten behandeling kon stellen, omdat de verstrekte gegevens onvoldoende waren voor de beoordeling van de aanvraag.
De Raad benadrukte dat rekeningafschriften van een creditcard noodzakelijk zijn om inzicht te krijgen in de financiële situatie van de aanvrager. Het enkele feit dat appellante haar creditcard had verloren, ontsloeg haar niet van de verantwoordelijkheid om de benodigde gegevens te verstrekken. De Raad concludeerde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij redelijkerwijs niet in staat was om de gevraagde gegevens binnen de gestelde termijn te overleggen.
Uiteindelijk bevestigde de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van appellante ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.