ECLI:NL:CRVB:2015:3483
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kledingkosten na gewichtsverlies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) voor de kosten van vervanging van kleding na een aanzienlijk gewichtsverlies van de betrokkene, die het gevolg was van een bariatrische operatie. De betrokkene had op 15 april 2013 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand, maar deze werd door het college van burgemeester en wethouders van Oldambt afgewezen. De rechtbank had in een eerdere uitspraak het besluit van het college vernietigd en bepaald dat de betrokkene recht had op bijzondere bijstand. Het college ging hiertegen in hoger beroep.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de kosten voor kleding in beginsel uit het inkomen op bijstandsniveau moeten worden voldaan, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. De Raad oordeelde dat de kosten voor de betrokkene voorzienbaar waren, gezien haar eerdere aanvraag voor bijzondere bijstand in 2010 en het feit dat zij al vanaf 2010 bezig was met afvallen. De Raad concludeerde dat de betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat de kosten voor kleding boven het gemiddelde bedrag dat een vrouw aan kleding uitgeeft, uitkwamen en dat zij niet had gereserveerd voor deze kosten.
Uiteindelijk heeft de Raad de aangevallen uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat de kosten waarvoor bijzondere bijstand was aangevraagd, niet voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in de WWB. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bijstandsontvangers om rekening te houden met mogelijke toekomstige kosten en om hierop te anticiperen.