ECLI:NL:CRVB:2015:781
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van uitkering ingevolge de Ziektewet na hersteldverklaring
In deze zaak gaat het om de weigering van een uitkering op grond van de Ziektewet aan appellante, die zich ziek had gemeld wegens klachten gerelateerd aan de ziekte van Lyme. Appellante had eerder een uitkering op basis van de Werkloosheidswet ontvangen en was op 30 november 2011 door het Uwv hersteld verklaard. Na een nieuwe ziekmelding op 9 december 2011, die door het Uwv werd opgevat als een ziekmelding met ingang van 1 december 2011, weigerde het Uwv op 21 mei 2012 de uitkering met ingang van 2 december 2011. Appellante ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond.
In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt dat zij per 2 december 2011 arbeidsongeschikt was. Ze overhandigde diverse medische rapporten ter ondersteuning van haar claim. Het Uwv pleitte voor bevestiging van de eerdere uitspraak. De Raad beoordeelde de nieuwe ziekmelding in het kader van de eerdere hersteldverklaring en concludeerde dat er tussen 30 november 2011 en 2 december 2011 geen nieuw medisch feitencomplex was ontstaan. De Raad oordeelde dat appellante, ondanks haar klachten, niet arbeidsongeschikt was op de relevante data, omdat er geen nieuwe medische feiten of omstandigheden waren die dit zouden onderbouwen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met H.G. Rottier als voorzitter en C.C.W. Lange en E.W. Akkerman als leden, in aanwezigheid van griffier V. van Rij. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 11 maart 2015.