ECLI:NL:CRVB:2016:1040
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake indicatiebesluit AWBZ met verzoek om terugwerkende kracht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin de rechtbank heeft geoordeeld dat een aanvraag voor een indicatie met terugwerkende kracht niet kan worden toegewezen. Betrokkene, die op 15 februari 2013 de diagnose alvleesklierkanker kreeg, heeft op 7 juni 2013 een indicatie aangevraagd bij het CIZ. Dit verzoek werd in eerste instantie toegewezen, maar betrokkene verzocht later om een indicatie met terugwerkende kracht voor de periode van 15 februari 2013 tot 8 juli 2013. Het CIZ verklaarde dit verzoek niet-ontvankelijk, wat leidde tot de rechtszaak. De rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een terugwerkende kracht rechtvaardigden, en dit oordeel werd door de Centrale Raad van Beroep bevestigd. De Raad benadrukte dat het uitgangspunt is dat indicatiebesluiten geen terugwerkende kracht hebben, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn, wat in dit geval niet werd aangetoond. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en bevestigde de uitspraak, zonder veroordeling in proceskosten.