ECLI:NL:CRVB:2016:1879
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- P.W. van Straalen
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens verzwegen vermogen in Turkije met betrekking tot discriminatie en rechtsbescherming
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) vanwege verzwegen vermogen in Turkije. Appellante ontving sinds 1 juli 2007 aanvullende bijstand, maar na signalen van fraude heeft de sociale recherche van de gemeente Ede onderzoek gedaan naar haar vermogen in het buitenland. Dit leidde tot de conclusie dat appellante onroerend goed bezat in Turkije, wat aanleiding gaf tot de intrekking van haar bijstand per 1 mei 2013.
De rechtbank Gelderland verklaarde het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond. In hoger beroep heeft appellante betoogd dat het college de gegevens die ten grondslag lagen aan het besluit, in strijd met het discriminatieverbod heeft verkregen. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante niet heeft aangetoond dat er sprake was van indirecte discriminatie op basis van haar afkomst. De Raad heeft verwezen naar eerdere uitspraken waarin werd vastgesteld dat het risicoprofiel dat door het college werd toegepast niet disproportioneel was ten opzichte van andere groepen.
Daarnaast heeft appellante aangevoerd dat zij niet was gewezen op de strafrechtelijke consequenties van haar verklaringen. De Raad heeft dit afgewezen, stellende dat de intrekking van bijstand niet als een bestraffende maatregel kan worden beschouwd, maar als een herstelgerichte maatregel. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.