Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Limburg. Appellant, die vanaf 26 oktober 2012 als magazijnmedewerker werkte, meldde zich op 2 januari 2013 ziek. Na beëindiging van zijn dienstverband had hij recht op een Ziektewet (ZW) uitkering. Op 12 december 2013 onderging hij een eerstejaars Ziektewet-beoordeling door een verzekeringsarts, die beperkingen vaststelde in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Het Uwv concludeerde op basis van deze beoordeling dat appellant per 2 februari 2014 geen recht meer had op een ZW-uitkering. Appellant ging hiertegen in beroep, maar de rechtbank verklaarde zijn beroep ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad.
In hoger beroep voerde appellant aan dat hij van februari 2014 tot april 2015 niet verzekerd was voor zorgkosten, waardoor hij geen medische gegevens kon overleggen ter onderbouwing van zijn standpunt. Hij stelde dat de rechtbank ten onrechte geen deskundige had benoemd en dat dit in strijd was met artikel 6 van het EVRM. De Raad oordeelde dat de verzekeringsartsen zorgvuldig hadden gehandeld en dat er voldoende informatie beschikbaar was om de medische situatie van appellant te beoordelen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat de eerdere beslissing van de rechtbank terecht was.