ECLI:NL:CRVB:2016:474
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van ontslag op grond van ongeschiktheid voor de functie van ambtenaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, werkzaam bij de gemeente Delft, was ontslagen wegens ongeschiktheid voor zijn functie. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant herhaaldelijk niet voldeed aan de functie-eisen en dat zijn functioneren niet verbeterde ondanks geboden verbeterkansen. De beoordeling van de appellant was negatief, met als eindoordeel 'onvoldoende'. De Raad oordeelde dat het college van burgemeester en wethouders van Delft terecht zwaar gewicht heeft toegekend aan de omstandigheid dat van de appellant een veel hogere productie mocht worden verwacht. De Raad heeft de eerdere beoordelingen van de appellant in aanmerking genomen, die in rechte vaststonden, en geconcludeerd dat het ontslag terecht was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde.