ECLI:NL:CRVB:2017:2442
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de kostendelersnorm in het kader van bijstandsverlening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die bijstand ontving op basis van de Participatiewet, had bezwaar gemaakt tegen de verlaging van zijn bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Het college had de bijstand verlaagd omdat de appellant samenwoonde met zijn moeder, waardoor de kostendelersnorm van toepassing was. De appellant stelde dat hij en zijn moeder een zakelijke relatie hadden, maar de Raad oordeelde dat er geen sprake was van een dergelijke relatie, omdat er slechts één gezamenlijke huurovereenkomst was voor de woning, met één huurprijs. De Raad concludeerde dat de kostendelersnorm terecht was toegepast, omdat de appellant en zijn moeder niet voldeden aan de uitzonderingsbepaling van de kostendelersnorm. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.