Uitspraak
OVERWEGINGEN
2 februari 2015 inzichtelijk toegelicht waarom er geen aanleiding is voor het aannemen van een verdergaande urenbeperking dan de beperking dat appellant gemiddeld acht uur per dag en gemiddeld veertig uur per week kan werken. De rechtbank is verder niet gebleken dat de belasting van de voorgehouden functies de mogelijkheden van appellant overschrijdt. Zij heeft onder verwijzing naar rechtspraak van de Raad (ECLI:NL:CRVB:2010:BO3280 en ECLI:NL:CRVB:2013:964) verder overwogen dat de mate van affiniteit van appellant voor bepaalde soorten werk geen rol speelt bij de beoordeling van de geschiktheid van de voorgehouden functies. Wat betreft de geschiktheid van de functie wijkbeheerder heeft de rechtbank overwogen dat zij het standpunt van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep onderschrijft dat appellant voldoet aan de opleiding die door de werkgever, waar deze functie voorkomt, wordt gesteld.
2 mei 2014 onderzoek verricht naar de rug en oriënterend bewegingsonderzoek van de nek en de schouders, waarbij geen beperkingen werden vastgesteld ten aanzien van de nek en de schouders. Nu appellant aan de verzekeringsartsen geen melding heeft gemaakt van schouderklachten en knieklachten en uit het huisartsenjournaal van 1 april 2014 ook niet blijkt dat appellant zich met deze klachten tot zijn huisarts heeft gewend, kon de verzekeringsarts naar het oordeel van de Raad volstaan met het door hem verrichte onderzoek. De omstandigheid dat in het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van
18 september 2014 is vermeld dat appellant verklaard heeft dat hij sinds enkele weken last heeft van de nek en de schouders en dat het een spierkwestie betreft, maakt dit niet anders nu dit ruim na de datum in geding is.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van de schade af.