ECLI:NL:CRVB:2017:3360
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- M. Hillen
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet-wonen binnen de gemeente
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op de hoger beroepen van appellant tegen de uitspraken van de rechtbank Overijssel. Appellant ontving sinds 25 november 2010 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en gaf aan te wonen op een bepaald uitkeringsadres. Echter, na een melding en onderzoek door de sociale recherche, concludeerde het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe dat appellant niet daadwerkelijk woonde in de gemeente Olst-Wijhe, maar in Deventer. Dit leidde tot de intrekking van zijn bijstand en de terugvordering van eerder verstrekte bijstandskosten. De Raad heeft vastgesteld dat appellant in de relevante periode zijn centrum van maatschappelijk leven in Deventer had, waar hij voornamelijk verbleef en zijn gezinsleven voerde. De Raad oordeelde dat de onderzoeksresultaten voldoende basis boden voor de conclusie van het college dat appellant geen recht had op bijstand. De hoger beroepen van appellant zijn ongegrond verklaard en de eerdere uitspraken zijn bevestigd.