Uitspraak
10 mei 2016, 15/5229 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De appellante had aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (PW) voor de kosten van een bh, tandartskosten en schoenen. Het dagelijks bestuur van Werkplein Drentsche Aa had de aanvragen gedeeltelijk afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellante op 13 augustus 2015 aanvragen had ingediend, maar dat het dagelijks bestuur slechts een deel van de kosten had vergoed. De Raad oordeelde dat de afwijzing van de tandartskosten terecht was, omdat de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten als voorliggende voorzieningen gelden. Ook de afwijzing van de kosten voor de 'magic BH haakjes' werd bevestigd, omdat de appellante niet had aangetoond dat deze kosten onderdeel uitmaakten van haar aanvraag. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van de appellante niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het beleid van het dagelijks bestuur om de NIBUD-richtprijs voor schoenen in mindering te brengen niet onredelijk was. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met W.F. Claessens als voorzitter.