ECLI:NL:CRVB:2017:4026
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- P.W. van Straalen
- A. Stehouwer
- C. van Viegen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking AIO-aanvulling en terugvordering van kosten op basis van onroerend goed in Marokko
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van appellant tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) ongegrond verklaarde. Appellant ontving sinds 1 juli 2009 een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) van de Svb, maar deze werd stopgezet na een onderzoek naar zijn vermogen in Marokko. De Svb had op basis van een rapport van de Nederlandse Ambassade vastgesteld dat appellant een woning bezat in Marokko, wat leidde tot de conclusie dat hij over vermogen beschikte dat boven het vrij te laten vermogen uitkwam. Hierdoor kwam hij niet meer in aanmerking voor de AIO-aanvulling en werd een bedrag van € 28.992,96 teruggevorderd over de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 november 2013.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat het onderzoek onzorgvuldig is geweest en dat de Svb ten onrechte heeft geconcludeerd dat hij eigenaar is van de woning. De Raad heeft echter vastgesteld dat de onderzoeksbevindingen voldoende grondslag bieden voor de conclusie van de Svb. De verklaringen van de mokaddem en het hoofd van de Direction des Affaires Internes ondersteunen de eigendom van de woning door appellant. De Raad heeft ook geoordeeld dat appellant geen tegenbewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat de woning niet zijn eigendom is.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geoordeeld dat de gronden van appellant niet slagen. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.