ECLI:NL:CRVB:2017:4148
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens overschrijding wettelijke termijn in sociale zekerheidsrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant, woonachtig in Duitsland, had bezwaar gemaakt tegen verschillende besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkeringen. Het Uwv had het bezwaar van de appellant niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de wettelijke termijn voor indiening van bezwaar. De rechtbank had deze beslissing van het Uwv bevestigd.
De appellant stelde dat hij pas eind oktober 2014 op de hoogte was geraakt van de besluiten en dat het Uwv deze niet op de juiste wijze had bekendgemaakt. De Raad oordeelde dat het Uwv het besluit van 9 juli 2002 op de voorgeschreven wijze had verzonden, en dat het niet ophalen van de aangetekende brief voor rekening en risico van de appellant kwam. De Raad bevestigde dat de appellant binnen zes weken na de aanbieding van de brief bezwaar had moeten maken, wat hij niet had gedaan.
De Raad concludeerde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het Uwv het bezwaar van de appellant terecht niet-ontvankelijk had verklaard. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.