Uitspraak
OVERWEGINGEN
€ 66.721,78 uit coulance geaccepteerd en het pgb vastgesteld op een bedrag van € 183.670,11. De terugvordering bedraagt hierdoor € 17.685,68.
€ 90.448,70 een bedrag van € 66.721,72 heeft geaccepteerd als correct verantwoord pgb. Het Zorgkantoor heeft dit bedrag berekend door van de zorgverleners [zorgverlener 1] , [zorgverlener 2] , [zorgverlener 3] , [zorgverlener 4] en [zorgverlener 5] de op de overgelegde salarisstroken vermelde ‘loonkosten AWBZ’ bij elkaar op te tellen. Het Zorgkantoor heeft het voor zorgverlener [zorgverlener 6] verantwoorde bedrag van € 7.024,90 niet geaccepteerd omdat hiervan geen salarisstroken aanwezig zijn. Ook heeft het Zorgkantoor een betaald bedrag van € 8.615,39,- aan [zorgverlener 2] en een bedrag van € 8.522,20 aan [zorgverlener 5] buiten beschouwing gelaten omdat dit ziet op zorg die is verleend in 2011. Het Zorgkantoor is van oordeel dat het ziekengeld van - € 476,52 niet moet worden afgetrokken van het bedrag van
€ 66.721,72.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het besluit van 25 maart 2014;
- stelt het pgb over 2013 vast op € 183.845,02 en de terugvordering op € 17.510,77 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- bepaalt dat het Zorgkantoor aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 168,- vergoedt.