ECLI:NL:CRVB:2018:1904
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake boete wegens schending van de inlichtingenverplichting onder de Participatiewet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Nissewaard, waarbij een boete is opgelegd wegens schending van de inlichtingenverplichting onder de Participatiewet (PW). Appellante ontving sinds 3 januari 2011 bijstand als alleenstaande ouder. Het college heeft haar op 15 november 2014 aangemeld voor een traject en haar bijstand ongewijzigd voortgezet. Echter, na een signaal van het Inlichtingenbureau over mogelijke inkomsten van appellante, heeft het college een onderzoek ingesteld. Dit leidde tot de herziening van de bijstand en de oplegging van een boete van € 970,- wegens het niet melden van inkomsten.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat het college op de hoogte was van haar werkzaamheden en dat zij geen mogelijkheid had om haar inkomsten door te geven. De Raad voor de Rechtspraak heeft geoordeeld dat appellante haar wettelijke inlichtingenverplichting heeft geschonden, ongeacht de omstandigheden die zij aanvoert. De Raad heeft vastgesteld dat de boete van € 970,- niet in overeenstemming was met de geldende regelgeving, die sinds 1 januari 2017 is gewijzigd. De Raad heeft de boete herzien naar € 968,87, en de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd.
De Raad heeft het college ook veroordeeld in de kosten van appellante, die zijn begroot op € 2.031,90. De uitspraak is openbaar gedaan op 19 juni 2018.