ECLI:NL:CRVB:2018:2757
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum bijstand en verlaging bijstandsverlening aan dak- en thuisloze appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de ingangsdatum van de bijstandsverlening aan een appellant die zich had aangemeld voor bijstand ingevolge de Participatiewet (PW). De appellant had op 1 september 2015 een aanvraag ingediend, met als gewenste ingangsdatum 26 augustus 2015. Het college van burgemeester en wethouders van Wageningen had de bijstandsverlening echter vastgesteld op 23 september 2015, de datum van inschrijving in de basisregistratie personen (brp). De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat de ingangsdatum van de bijstand terecht is vastgesteld op 23 september 2015, omdat het recht op bijstand is gekoppeld aan een juiste inschrijving in de brp.
Daarnaast werd in de uitspraak de verlaging van de bijstandsverlening besproken. Het college had de bijstand met 20% verlaagd wegens het ontbreken van woonkosten, omdat de appellant als dak- en thuisloze werd aangemerkt. De rechtbank had deze verlaging vernietigd en het college opgedragen een nieuw besluit te nemen. Het college kwam met een nieuw besluit waarin de verlaging werd aangepast naar 10%. De Raad oordeelt dat deze verlaging niet onredelijk is, gezien de omstandigheden van de appellant.
De appellant had ook bezwaar gemaakt tegen de inhouding van € 160,- per maand, die verband hield met een lening bij een stichting. De Raad oordeelt dat de appellant akkoord was gegaan met deze verrekening, waardoor het hoger beroep ook op dit punt niet slaagt. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en het beroep tegen het nader besluit van het college wordt ongegrond verklaard.