ECLI:NL:CRVB:2018:3863
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op basis van onduidelijke financiële situatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant had aanvragen om bijstand ingediend, maar deze waren afgewezen vanwege een onduidelijke financiële situatie. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant onvoldoende informatie heeft verstrekt over zijn financiële situatie voorafgaand aan de aanvraag. Ondanks dat de appellant later wel bijstand heeft ontvangen op basis van verslechterde gezondheid, heeft dit geen invloed op de beoordeling van de eerdere aanvraag. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij werd geoordeeld dat de appellant niet in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde. De Raad heeft benadrukt dat het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven terecht heeft geconcludeerd dat de appellant niet voldoende duidelijkheid heeft verschaft over zijn financiële situatie, wat essentieel is voor het recht op bijstand. De Raad heeft ook opgemerkt dat de verklaringen van familieleden en buurtgenoten niet voldoende bewijswaarde hebben en dat de appellant niet heeft aangetoond hoe hij in zijn levensonderhoud heeft voorzien. De uitspraak van de Raad bevestigt de afwijzing van de aanvraag om bijstand.